De zelfbenoemde Haarlemse
‘afvaldiva’ Lara van Druten zette in 2014 haar bedrijf The Waste Transformers
op. Door middel van zeecontainers kan organisch afval lokaal worden omgezet in
groene energie en een meststof. Momenteel maken grote bedrijven gebruik van het
systeem, maar als het aan Lara ligt staan een designer versie van de containers
over een paar jaar op elke hoek van de straat.
Het verhaal van The Waste
Transformers begint aan een keukentafel in een voormalige garage in de Burgwal.
“Ik had verschillende mensen uitgenodigd om te vragen wat ze dachten van mijn idee om afval terplekke te verwerken”,
verteld Lara. Het idee kwam voort nadat ze tot de conclusie kwam dat het
huidige Nederlandse afvalsysteem niet meer van deze tijd is. Daarnaast wist ze
dat het idee een aanvulling moest worden op de actuele structuur aangezien deze
niet snel zal veranderen. “Het idee kwam vanuit het perspectief om te kijken
hoe je iemand een stuk verantwoordelijkheid kan meegeven. Hoe kan je ervoor
zorgen dat het weggooien van afval een positieve impact heeft?”
Menselijke buik
Lara vertelt dat de huidige
afvalzak in Nederland ongeveer 86 kilometer reist tot het wordt verbrand. “De
zak bestaat voor veertig procent uit organisch afval. Denk hierbij aan
yoghurtrestanten of aardappel en fruitschillen.” Deze veertig procent bestaat
voornamelijk uit vies water. “Het vieze water legt vele kilometers af op vieze
diesel”, legt ze uit. “Als je ooit water hebt geprobeerd te verbranden weet je
net hoe inefficiënt dat is. Met The Waste Transformers zorgen wij dat de hele
logistiek uit de keten wordt gehaald, door het vuil ter plekke te verwerken.”
In de zeecontainers zit een
systeem die vergeleken kan worden met de menselijke buik. De etensrestanten
stop je in de container en de bacteriën gaan aan de slag om het afval te
verwerken. “Het proces breekt het voedsel langzaam af in kleine stukken”,
vertelt Lara. Uit dat vuil komt vervolgens biogas vrij dat een grote
energetische waarde heeft. “Wij nemen dat biogas, maken dat schoon en zetten
het om in groene energie.” Deze energie kan vervolgens worden gebruikt door
organisaties en bedrijven wie de afval hebben geproduceerd. Zo worden er
zeecontainers geplaatst bij de Johan Cruijff ArenA in Amsterdam waar de groene
energie gebruikt wordt voor de verlichting in het stadium, en de restwarmte wordt
gebruikt om servers in het datacentrum
dat zich onder het stadion bevind te koelen. Om honderd procent van al het
afval te gebruiken worden de overgebleven resten omgezet tot compost en een vloeibare meststof. “We gaan bij de ArenA kijken
hoe we de compost kunnen gebruiken voor
volkstuinen en de vloeibare meststof om het grasveld bij te houden. Zo is de
cirkel weer rond.”
Niet alleen op het gebied
van het milieu wil Lara haar bedrijf een belangrijke rol laten spelen, maar ook
op sociaal vlak. Het is voor haar van belang dat iedereen iets positiefs kan
halen uit het proces. “De gemeenschapsgerichtheid zit in het DNA van ons
bedrijf. Het was raar als we dat niet hadden gedaan.” Voor haar was het
namelijk vanzelfsprekend dat ze baankans creëren voor mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt. Zo kunnen ze werken al chauffeur, bijrijder of afvalcoach.
“We werken met partijen die gespecialiseerd zijn in werken met deze groep. Met
hen sluiten we een partnership en zo kunnen we veel kennis en expertise van
elkaar gebruiken.”
Wereldprimeur voor Haarlem
Ze gaf zichzelf drie jaar de
tijd om te kijken of The Waste Transformers een succes zou kunnen worden. Als
dat niet het geval was, zou ze de stekker eruit trekken. “In het begin had ik
veel zorgen. Iedereen vroeg zich af wat ik nou ging doen als een soort
afvaldiva.” Toch merkte Lara dat de timing precies goed was. Het onderwerp was
van deze tijd en mensen werden langzaam steeds enthousiaster. “We gingen van
praten over ons idee, naar actie ondernemen. We hadden eigenlijk heel Nederland
om mee te spreken, want het probleem gaat iedereen aan.”
Inmiddels kloppen ook grote
bedrijven bij Lara aan de deur. Als ondernemer in hart en nieren, had ze daar
ook op gehoopt. “We blijven onze containers ontwikkelen en zijn nu bezig met de
derde versie.” Op het moment kijkt ze samen met de IKEA in de Waardepolder naar
hoe overgebleven Zweedse balletjes ter plekke kunnen worden omgezet naar schone
energie en hoe de nutriënten in het afval kunnen worden teruggewonnen. “Dit is
een wereldprimeur voor Haarlem. IKEA heeft haar eigen visie rondom milieu. Ze
zijn echt pioniers als het om duurzaamheid gaat”, legt ze uit. “Wat ze nu laten
zien is lef, als je een grote positieve impact wil achterlaten moet je juist
met grote spelers samenwerken.” Eerst wordt er een test uitgevoerd, maar als
deze goed verloopt willen ze de samenwerking doortrekken naar andere grote wereldsteden.
Circulaire landbouw
Toch heeft niet alleen
Nederland baat bij het systeem van Lara. Zelf geboren in Zuid-Afrika weet ze
als geen ander hoe in andere landen het hebben van een goedlopend afvalsysteem
wel een prioriteit is. “Internationaal groeide The Waste Transformers veel sneller.
Toch moesten we goed kijken naar wat we in het buitenland precies wilde doen.”
Voor Nederland zijn de zeecontainers namelijk een aanvulling tot het
afvalproces, maar in andere landen zijn ze vaak afhankelijk van het systeem van
Lara. “Ons nieuwste project is in Dubai van start gegaan. Daar moeten we heel
anders te werk gaan. Ook daar gebruiken we zeecontainers, maar wij maken daar geen
elektriciteit”, vertelt ze. “In zulke warme gebieden draait in elk huishouden
de airco overuren. Door het aansturen van de verkoeling met ons biogas kunnen
ze op een duurzame manier hun woning verkoelen.”
In Oeganda en Sierra Leone
worden de containers zelfs gebruikt om dorpen te helpen met zelfvoorziening.
“We zijn bezig met een concept rond circulaire landbouw”, kaart Lara aan. “We
verzamelen het organisch afval uit de omgeving en daar maken we energie van die
we gebruiken om het water te pompen naar landbouwgrond. Op die manier hoeven de
boeren niet elke keer lange afstanden af te leggen met emmers water.” Met behulp
van deze technologie willen The Waste Transformers een netwerk opbouwen op
plekken zoals Oeganda en Sierra Leone. “We passen ons aan op de lokale behoefte
en vanuit daar bouwen we verder.”
Groener en beter
De toekomst ziet Lara
positief in. Ze hoop dat over een paar jaar de zeecontainers als meubilair
kunnen worden gezien. “Het ontwerp moet natuurlijk wel aangepast worden, maar
ik denk zeker dat het een verrijking voor mensen kan zijn.” Ze vertelt dat op
deze manier afval persoonlijk kan worden. Iedereen gooit zijn vuilnis het
liefst zo snel mogelijk weg. “Het is anoniem, maar nu krijg je er iets voor
terug. Met ons systeem ga je zorgen voor je afval, want nu heb je er iets aan.”
Al wil niet iedereen een
zeecontainer in de tuin, denkt Lara dat een designerversie in de keuken een
goede oplossing kan zijn. “Mijn doel is om mensen anders te laten denken over
hun afval. De wereld een klein stukje beter maken, samen de wereld een groener
en beter bestaan geven.”
Tekst: Victoria van der Werff
Foto: Linda Llambias