Al
meer dan vijfentachtig jaar is de Bornwaterschool de openbare basisschool in
Bloemendaal, gehuisvest in een karakteristiek gebouw vlakbij het centrum. Naast
Bloemendaalse kinderen trekt de Bornwater ook veel gezinnen uit Haarlem die op
zoek zijn naar een kleinschalige school met veel speelruimte in een groen hart
tussen stad en strand. Haarlemmer Rutger Visser was ooit zelf leerling op de
Bornwater en is nu werkzaam op de school als leerkracht en directeur in
opleiding.
Hoe zou je de Bornwaterschool typeren?
"De Bornwater is een openbare school, wat betekent dat
iedere leerling en iedere leerkracht welkom is, ongeacht godsdienst of
levensovertuiging. Op die manier leren kinderen van jongs af dat we in
Nederland samenwonen met een diversiteit aan mensen. De kleinschaligheid van de
school zorgt ervoor dat de leerkrachten de leerlingen van alle groepen kennen. Dat
geeft kinderen een veilig en vertrouwd gevoel, de basis voor een goede
ontwikkeling. Er is de afgelopen jaren flink ingezet op onderwijsvernieuwing om
de Bornwater een school van de toekomst te maken. We hebben ons ten doel
gesteld de leerlingen een zo breed mogelijke basis te geven voor de wereld van
overmorgen. Dat betekent enerzijds een investering in digitale middelen en
vaardigheden, anderzijds dat we meer thematisch zijn gaan werken. Thematisch
werken biedt vrijheid, je kan los van methode vakoverstijgend onderwijs aanbieden,
waarbij kinderen echt ervaren wat hun kwaliteiten zijn en hoe zij leren: met
hoofd, hart en handen. Ons motto is dan ook: de school waar talent beweegt. Een
van de thema’s die ons onderwijs toekomstbestendig maakt, is duurzaamheid."
Waarom het belangrijk is om duurzaamheid onderdeel te
laten zijn van je onderwijsaanbod?
“Kort gezegd: kinderen zijn de volwassenen van de toekomst.
Als je wat wilt veranderen in een samenleving, of dat nu gaat om acceptatie van
diversiteit of bewustwording van duurzaamheid, dan kun je het beste aan de
basis beginnen. De generatie die nu opgroeit krijgt bewust mee wat de gevolgen
zijn van de manier waarop wij met de aarde omgaan. Kinderen zijn nog niet
afgeleid door geld, consumptie of carrière maken. Ze zien items in Het Jeugdjournaal over
klimaatverandering of bedreigde diersoorten en zien de urgentie dat er iets
moet veranderen. Ze willen wat doen, daarover meepraten en meedenken. Als je dat
als school signaleert, is het goed om hier ook de mogelijkheid voor te bieden.
Je missie wordt daarmee breder. Niet alleen zorgen dat de kinderen goed kunnen
rekenen en spellen, maar ook dat ze kennismaken met en meedenken over grotere
uitdagingen voor de toekomst.”
Hoe 'vertaalt' de Bornwaterschool haar beleid naar de
kinderen?
“Duurzaamheid heeft een plek gekregen in de profilering van
de school, in de manier waarop we ons identificeren en presenteren naar buiten.
We maken het thema voor de kinderen ‘tastbaar’ door in de alledaagse
schoolpraktijk bezig te zijn met recycling van materialen en beperking van
energieverspilling. We leren de kinderen dat papier naast een voorkant ook een
achterkant heeft, die soms nog onbeschreven of onbedrukt is. In iedere klas
staat een kladpapierbak voor dit soort vellen papier die nog een keer gebruikt
kunnen worden. Mocht papier of karton echt opgebruikt zijn, dan verzamelen we
dat in een aparte papiercontainer voor recycling. Op woensdag is het
schoolbreed ‘waterdag’. Geen fris- of zuiveldrankjes, we drinken op woensdag
alleen maar water. ’s Winters is er de laatste vrijdag van de maand een
warmetruiendag, dan gaan de kachels een standje lager en mag iedereen in een
lekkere foute, maar dikke trui naar school. Verder bieden we het vak
Toekomstkunde aan, een wekelijks lesprogramma geïnitieerd door het WNF over
bedreigde dieren en oplossingen voor grote milieuproblemen. Daarnaast nodigen
we regelmatig gastsprekers uit van verschillende organisaties die zich bezig
houden met duurzaamheid. Zo hebben we laatst een plastic challenge
gedaan in samenwerking met Dopper om na te denken over wegwerpplastic. We
hebben onze eigen Dopper laten ontwerpen en ieder kind op school heeft nu een
Dopper in onze schoolkleuren (geel en blauw) die ze mee kunnen nemen op
waterdag. Ook hebben we een project gedaan waarbij wegwerpplastic werd
ingezameld. Dit plastic werd gerecycled en er werden knikkertegels voor op het
plein van gemaakt. Kinderen worden hierdoor steeds bewuster van de
mogelijkheden van het inzamelen en hergebruiken van materialen.”
Wat vinden de kinderen ervan om zo bezig te zijn met het
thema duurzaamheid?
“Het is belangrijk dat iedereen mee doet en dat het thema
leeft onder de kinderen. Een jaar geleden hebben we, om onze ‘groene ambitie’
meer draagvlak te geven, een prijsvraag uitgezet bij de leerlingen om mee te
denken over een passende slogan voor duurzaamheid op de Bornwaterschool. Daar
kwamen mooie dingen uit zoals ‘Bornwater gaat voor groen en daar zou iedereen
aan mee moeten doen’ en ‘Als wij zorgen voor de planeet, zorgt de planeet voor
ons allemaal’. Uiteindelijk hebben we gekozen voor ‘Born for the future’. Kort
en krachtig en precies waar het om gaat: de toekomst van deze generatie en de
planeet waar zij op wonen. De meeste kinderen voelen zich sterk verbonden met
de natuur, ze leren graag over allerlei diersoorten en verwonderen zich over
hoe de natuur in elkaar zit. Ze kunnen ook echt boos worden over de
onvoorzichtige manier waarop wij met de aarde omgaan. Een keer per jaar doen we
aan sponsorschaatsen op IJsbaan Haarlem. Vaak kiezen we dan een lokaal doel,
waar we geld voor bij elkaar schaatsen. Hier zie je hoe betrokken kinderen zijn
en hoe erg ze hun best doen voor bijvoorbeeld de Egelopvang, Artisklas of het
Vogelhospitaal.”
Hoe worden ouders betrokken bij duurzaamheid op school?
“De investering in het thema duurzaamheid komt deels bij de ouders
vandaan. Een paar jaar geleden werd ik benaderd door een tweetal ouders dat
samen met mij een soort duurzaamheidswerkgroep wilde starten. Al snel sloten
zich meer ouders aan en ik denk dat we nu met een groep van acht zijn. De
Ouderraad van de school steunt het initiatief en daarnaast zijn er ouders die
hun hulp aanbieden voor bepaalde projecten, omdat ze over specifieke kennis of
contacten beschikken. De Dopper-actie is daar een voorbeeld van, maar ook het
creëren van een tweede moestuin in de schooltuin. Hierin trekken we samen op
met ouders en met onze buitenschoolse opvang OpStoom. Zo’n samenwerking is ook
nodig voor het draagvlak. Als school en kinderen enthousiast zijn, maar ouders
thuis doen niet mee, hebben duurzame projecten minder kans van slagen. In de
nieuwsbrief hebben we standaard een kopje duurzaamheid, waarin we iedereen
up-to-date houden over de vorderingen op dit gebied. Er is een speciaal groen
duurzaamheidslogo ontworpen, gebaseerd op ons eigen schoollogo, zodat de
ambitie ook visueel versterkt wordt.”
Zijn er bepaalde subsidies aan te wenden voor het
waarmaken van duurzame plannen?
“We zitten momenteel in een verkennende fase met een bank
over zonnepanelen op het dak van de school. Daarnaast kun je uiteraard met een
goed onderbouwd plan ook bij de overheid terecht voor bepaalde subsidies als je
de verbinding weet te leggen tussen het belang van duurzaamheid en het
onderwijs. Wij hebben meegedaan aan een filmwedstrijd, die werd gesubsidieerd
door de provincie om in de winter de stadsnatuur in beeld te brengen. We wonnen
een cheque van een paar honderd euro voor meer groen op het schoolplein. Een
voorbeeld van een mooi initiatief waarbij duurzaamheid wordt gekoppeld aan een
leerzaam project.”
Denk je dat er veel scholen zijn zoals de Bornwater?
“Gelukkig komen er steeds meer scholen die deze groene
ambitie hebben. Het thema duurzaamheid is in, je ziet het terugkomen in alle
lagen en sectoren van onze samenleving. Dat moet ook, want klimaatverandering,
milieuvervuiling en de manier waarop wij de aarde uitputten hebben gevolgen voor
alles en iedereen. Het bewustzijn daarover groeit en het is mooi om te zien dat
scholen daar een bijdrage aan kunnen leveren.”
Tot slot, wat voor tips heb je voor andere basisscholen
met een duurzame ambitie?
“Houd het in eerste instantie simpel, betrek kinderen,
ouders en externe partijen bij je plannen, maak gebruik van netwerken van
ouders en maak lokale initiatieven zichtbaar.”
Beeld: Linda Llambias