Plotseling gemis, HRLM 92
In de zomermaanden, als Nederland uit z’n voegen barst van de festivals, houden we de deuren van Theater de Liefde zorgvuldig gesloten. Even rust in de tent. Het is dan ook niet niks wat zich binnen de muren van ons huis heeft afgespeeld. Week na week, maand na maand. De kleedkamer dampt nog na van alle zenuwen die er hebben rondgewaard, het podium haalt diep adem en trekt langzaam weer recht nu het al het aanstormend talent en het gewicht van gevestigde cabaretiers niet meer hoeft te dragen. De lampen slapen, de gordijnen hangen zwaar onderuit en de bar zucht en leunt licht tegen de enige bezoekster die er op deze late namiddag aan zit te schrijven. Die ene bezoekster ben ik. Buiten is het bijna 30 graden, de zon schijnt fel. Ik ben het ontvlucht, miste het donker, de rode stoeltjes en onze filterkoffie van bedenkelijk allooi.
Een theater in de zomer. Het heeft iets onthechts, iets lege nesterigs. Ik peins over een theatermoment dat me het meest is bijgebleven dit seizoen: de hommage aan Theo Nijland in de Kleine Komedie. De kleinkunstliedgrootmeester (drie keer woordwaarde) werd geëerd met een avond waarop verschillende artiesten een greep uit zijn mooiste liedjes vertolkten. Het was een even vrolijk als verdrietig samenzijn, omdat het iedereen duidelijk was dat de schrijver van al die bijzondere nummers na een herseninfarct zelf nooit meer zou optreden. Bij de borrel na afloop ging het laatste nieuws rond: tekstschrijver en oud Don Quishocking-lid George Groot was overleden.
Ooit was ik leerling van George Groot. Het waren mijn gelukkigste en meest geïnspireerde uren op de Kleinkunstacademie. “Schrijf jij nou maar lekker over een boom, het publiek begrijpt heus wel dat die boom eigenlijk je vader is”, dat soort dingen zei hij. En “nee, nou vlieg je uit de bocht, nu zit je ineens in de verleden tijd, dat klopt niet.” Twee jaar geleden hadden we in De Liefde ook een ‘Klasje van George’, als onderdeel van het radioprogramma Zomerveren dat (net als dit jaar) bij ons in De Liefde werd opgenomen. En weer lachte hij ieder schrijfsel van zijn leerlingen vriendelijk tegemoet terwijl hij hen tegelijkertijd vlijmscherp op leerpunten wees.
Ach, wat zoek ik hier deze namiddag, in mijn eentje aan de bar? Een plotselinge aanval van behoefte aan gemis. Daar lijkt het nog het meeste op. Het theater voor mij alleen, als tempel om grote meneren te eren. En ja, in het weekend van 7 en 8 september openen wij vrolijk en trots onze deuren met een spetterend openingsprogramma. Een prachtig nieuw seizoen komt eraan. Maar geen George meer met z’n klasje. En zo spijtig voor onze vleugel dat Theo Nijland er nooit achter zal zitten.